In het maatschappelijk leven is er behoefte aan duidelijkheid hoe de dingen georganiseerd zijn en hoe en aan wie we verantwoordelijkheid moeten afleggen. In de gemeente is het niet anders, zij het dat de Bijbel ons hierover veel te zeggen heeft. Daarom is onder woorden gebracht hoe de gemeente wordt geleid, door wie en met welke specifieke taken en opdracht. We zijn er van overtuigd, dat het besturen en leiden van een gemeente niet het onderhouden van een instituut is, en dat de leiding er niet op uit mag zijn om een verheven en onaantastbare positie hierin te bekleden. Deze on-Bijbelse structuur stelt de kerk als instituut op de voorgrond, terwijl de gemeente als gezin en lichaam van Christus als geheel de majesteit van Christus zou moeten weerspiegelen. Samenvattend: we spelen geen kerk, maar willen mensen brengen tot geestelijke volwassenheid, zonder daarbij onderscheid te maken tussen geestelijken en leken (Ef 4:11-16).
De structuur binnen veel kerken is erop gericht, dat je slechts dienstbaar aan de gemeente kan zijn, als je de positie of het ambt van predikant, ouderling of diaken hebt verkregen. In onze gemeente staat de structuur ten dienste van de groei en opbouw van de gemeente en van de leden. Dit uit zich in het actief stimuleren door de oudsten en kringleiders op het gebied van het zoeken naar gaven, opdoen van kennis, vormen van karakters en het geven van het goede voorbeeld. We willen mensen aanzetten tot het doen van goede werken, zonder te vervallen in een over-georganiseerd geheel van beleidstukken en vergaderingen. Gods Geest werkt tenslotte door mensen en leeft niet in organisaties.
Het zal daarom niet veel voorkomen dat er commissies gevormd of vele vergaderingen zullen worden gehouden. Als je nood ziet bij een broeder of zuster, stap er dan zelf op af. Verwacht niet dat een commissie die oplost. Heb je ideeën om iets op te starten, kom er dan mee en voer het zelf uit. Creativiteit en passie zullen en kunnen we niet tegenhouden, sterker nog, dit willen we juist stimuleren. We beseffen heel goed, dat we beperkt zijn in onze mogelijkheden als we als oudsten alles zelf willen doen. Gemeente zijn is juist net andersom: iedereen heeft gaven gekregen van God, om ze te gebruiken in dienst van zijn koninkrijk.
De oudsten van de gemeente nemen hierin een voorbeeld-gevende plaats in. Ze gaan de gemeente voor in de meest essentiële dingen van het gemeente zijn: het betonen van liefde, dienend en met bewogenheid voor de gemeente. Daarnaast is het van het grootste belang dat de plaatselijke gemeente duurzaam geleid wordt door een hechte kring van mannelijke oudsten. Als het leiderschap verdeeld is, valt de gemeente uiteen. Is er eenheid, wordt scheuring voorkomen en zal het getuigenis van de gemeente alleen maar krachtiger zijn. De oudsten worden hierbij bijgestaan door hun echtgenoten, die onmisbaar zijn in deze moeilijke, maar voortreffelijke taak.
De oudsten dragen samen de pastorale zorg binnen de gemeente en zien erop toe dat elk gemeentelid, naar de genadegave(n) die hem of haar geschonken is, wordt ingeschakeld binnen of buiten de gemeente. Hierin worden zij bijgestaan door coördinatoren, de leiding van de verschillende bedieningen in de gemeente, zoals de kringleiders, de leiding van de zondagsschool, de leiders van het jeugdwerk, muziek en zang, enzovoort.
Ten diepste is gemeente-zijn het zorg dragen voor elkaar en het mede-dragen van elkaars moeilijkheden. Kortom, we zijn allemaal geroepen om voor elkaar te zorgen en de gemeenschap te bevorderen.
Samenvattend zijn voor het leiderschap in de Gemente de volgende aspecten benodigd:
Zoals gezegd, ligt de leiding van de gemeente in handen van de oudsten, bijgestaan door coördinatoren, verantwoordelijk voor een bepaalde bediening.
De financiële verantwoordelijkheid wordt door de oudsten gedragen, maar is wel gedelegeerd aan een penningmeester.
Alle doelen van de gemeente hebben een plaats gekregen in de diverse bedieningen die centraal staan in ons gemeenteleven.
Het gaat hier om gebed en aanbidding, onderwijs in het navolgen van de Here Jezus, omzien naar elkaar, bediening en het getuigenis.
De programma's die voor deze bedieningen georganiseerd worden, komen ten goede aan de doelen die voor deze bediening gesteld zijn.
Elke van de bedieningen wordt geleid door één of meerdere oudsten, die zich op dat gebied bekwaam heeft gemaakt en daar specifieke gaven voor heeft. Aangezien er steeds meer programma's in de gemeente aanwezig zijn, realiseren we ons dat nog niet alles ten volle beschikbaar is en dat het aantal oudsten beperkt is. Het is ons streven, dat we elke bediening kunnen laten leiden door bekwame mensen.
Het is onmogelijk dat elke oudste zich in alle aspecten kan inzetten; je mag hierin prioriteiten stellen. In elke bediening worden globale richtlijnen gehanteerd, zonder daarbij te vervallen in een onwerkbare en starre uitvoering. Het is de taak van de oudsten om ervoor te zorgen, dat de mensen die het werk uitvoeren dit zonder mopperen kunnen doen. Beter nog, ze moeten de mensen stimuleren om het met veel plezier en zegen te doen. Daarom zijn er in de gemeente ook coördinatoren aangesteld die de oudsten heel veel praktisch werk uit handen nemen.
Elk programma wordt geleid door toegewijde en dienstbare gemeenteleden. Zij verzorgen de feitelijke invulling en vorm, zonder daarbij het doel voor de bediening uit het oog te verliezen. Ze mogen creatief zijn en anderen inschakelen om hun werk te ondersteunen.
Vrije Baptisten Gemeente Nieuw-Lekkerland
p/a Mattenbies 1
2957 RJ, Nieuw-Lekkerland
E. info@vbgnl.nl